Let op bij verkoop!

Een tijdje terug spraken we over hoe asbest nog steeds een actueel gegeven is (asbesthoudende talkproducten voor baby's). Ook andere toepassingen brengen ons nog steeds op onverwachte wijze in contact met deze materialen. Een recent artikel in de nationale media berichtte hierover: vintage asbestcementtoepassingen

Het gaat hier dan over bloembakken, tuinstoelen en zelfs hondenhokken die via tweedehandswebsites worden aangeboden. Uiteraard is dit helemaal niet conform de wetgeving, gezien er al meer dan 20 jaar een verbod geldt op de verkoop van asbesthoudende toepassingen. Dit verbod is zeker relevant, gezien deze materialen vaak meer dan 40-50 jaar oud zijn, zodat door verwering er absoluut asbestvezels kunnen vrijkomen, wat een groot gezondheidsrisico met zich meebrengt (mesothelioom, asbestose...).

Indien u dergelijke toepassingen heeft, mag u deze gerust houden - verkoop kan niet en een goed beheer is absoluut aangeraden.


Bron: VRT

Roofing

Roofing, kan een verborgen gevaar met zich meebrengen: asbest.

Het inspectieprotocol bepaalt dat roofing altijd asbestverdacht is, behalve indien het materiaal geproduceerd is na 2000. Met andere woorden: één monstername per laboanalyse is verplicht om roofing als 'niet-asbesthoudend' te identificeren, behalve als dus aangetoond wordt dat het materiaal geproduceerd werd na 2000. Toch is monstername niet evident wegens het risico op lekkage in het dak. Ook de labo-analyse is moeilijk wegens de kleverigheid en lage densiteit van asbestvezels in het materiaal.

Roofing verschilt van het meer recente EPDM dat (voorlopig) niet wordt beschouwd als asbestverdacht. EPDM is een synthetisch rubber dat dus eveneens wordt gebruikt als dakbekleding.

Bron: OVAM




Asbest - Prangend Actueel

Asbest is geen verleden tijd; het blijft een urgent probleem, zoals blijkt uit een recente rechtszaak. Een jury in Oregon heeft Kyung Lee $260 miljoen toegekend, een vrouw die mesothelioom kreeg na meer dan 30 jaar het gebruik van Johnson & Johnson's talkproducten. De toekenning omvat $60 miljoen aan schadevergoeding en $200 miljoen aan boetes.

Kyung Lee, een 48-jarige moeder uit Beaverton, Oregon, kreeg in augustus 2023 de diagnose mesothelioom, een terminale kanker veroorzaakt door blootstelling aan asbest. Haar langdurig gebruik van Johnson & Johnson's babypoeder, dat naar verluidt asbest bevatte, leidde tot haar ziekte. De advocaten van de eiser benadrukten dat deze aanzienlijke toekenning de toekomst van haar familie na haar overlijden zou veiligstellen​.


Asbest kan talk besmetten vanwege hun natuurlijke co-existentie in de aarde. Deze besmetting betreft vaak chrysotiel, de meest voorkomende vorm in talkproducten. Ondanks Johnson & Johnson's beweringen van rigoureuze testen, vond de jury bewijs van asbest in hun talkproducten​.


Johnson & Johnson betwist de uitspraak en beweert dat hun talkproducten veilig en asbestvrij zijn. Het bedrijf is van plan in beroep te gaan tegen de beslissing en wijst op decennia van wetenschappelijke evaluaties die de veiligheid van hun producten ondersteunen. Deze zaak maakt deel uit van een bredere juridische context, waarbij J&J momenteel een schikking van $6,48 miljard zoekt om duizenden soortgelijke claims op te lossen​.


Bron: CVN News,, Mesthelioma Center, Fierce Pharma

Het Inspectieprotocol

Het ministerieel besluit van 1 april 2022 legde het inspectieprotocol asbestinventarisatie vast - maar wat is dit nu juist?

Dit protocol beschrijft heel concreet hoe een inventarisatieattest (het asbestattest) tot stand hoort te komen; met andere woorden hoe de inventaris moet opgemaakt worden, en hoe de asbestdeskundige te werk hoort te gaan. Bij opmaak wordt immers bepaald welke inspectiegebied beschouwd hoort te worden, welk onderzoek er behoort te gebeuren en wanneer er onderzoeksbeperkingen zijn. De verplichtingen van de asbestdeskundigen – zorgvuldigheid, veiligheid, het vooronderzoek en het plaatsbezoek – worden verder geduid. Certificatie-organisaties zien erop toe dat het protocol op een correcte manier wordt toegepast, zodat de asbestdeskundige zijn certificatie verdient.

Wanneer u een asbestdeskundige toewijst voor het opmaken voor een asbestattest in Vlaanderen, zal de asbestdeskundige u het opdrachtformulier laten ondertekenen – hierin wordt de rol geduid van de opdrachtgever en de opdrachtnemer volgens het inspectieprotocol.




Update in de wetgeving.

Het wijzigingsbesluit Vlarema 9 is van kracht gegaan op 9 april en heeft enkele belangrijke gevolgen voor iedereen die met asbest te maken heeft.

Een belangrijk punt is dat de onpartijdigheid van de asbestdeskundige gegarandeerd moet zijn. Dit betekent dan ook dat beroepen die als vastgoedbemiddelaar kunnen fungeren (landmeter, rentmeester, notaris,…) niet meer voor eigen panden de asbestinventaris mogen opmaken. Momenteel wordt deze werkwijze gedoogd tot 1 januari 2025.


Verder ook een update over het actieplan asbestafbouw 2023, dat recentelijk werd goedgekeurd. We willen nogmaals herhalen dat er een vervroeging is van de generieke verplichting– voor VME dient een asbestattest beschikbaar te zijn voor gemene delen tegen 2027 (ongeacht of een verkoop plaatsheeft of niet), bij verkoop is dit vanaf mei 2025.


Belangrijk ook: teneinde de asbestveilige doelstelling kracht bij te zetten, wordt een mogelijkheid onderzocht een nieuwe asbestpremie te voorzien via Mijnverbouwpremie. Het asbestattest dient dan geactualiseerd te worden ten laatste 1 jaar na de renovatie. Zo zal Vlaanderen stapsgewijs asbestveilig worden.


Bron: OVAM





Wat zijn Afdruipzones?  

Afdruipzones verwijzen naar plaatsen in het inspectiegebied waar asbestvezels zich kunnen ophopen, typisch ter hoogte van plaatsen van afdruip bij asbesttoepassingen in de buitenschil van de constructie. Het gaat hier dan bijvoorbeeld over schuine daken, afvoerpijpen, een met asbestleien bezette muur, enzovoort. Na verloop van jaren, zullen de asbestvezels, die vrijkomen door de werking van weer en wind, zich ophopen op deze plaatsen. Bijgevolg is dus het belangrijk deze zones in kaart te brengen. Als eindgebruiker willen we dus zeker geen water van asbestdaken opvangen om onze kleren te wassen, of deze grond en dit water gebruiken voor de moestuin.

Het identificeren van afdruipzones vereist vaak een combinatie van visuele inspectie, kennis van typische asbesttoepassingen en ervaring in de sector. Asbestdeskundigen Inventarisatie zijn opgeleid om potentiële afdruipzones te herkennen en te documenteren tijdens inspecties. Dit omvat het onderzoeken van gebieden waar asbesthoudende materialen zich bevinden en het zoeken naar tekenen van vezelophoping, zoals stof, vuil, of verkleuring.

In een asbestattest worden afdruipzones gecategoriseerd via de fiche “afdruipzone”. De bron van het materiaal, een korte beschrijving en een foto duiden verder waar het risico zich bevindt. De asbestdeskundige zal eveneens adviseren hoe u hiermee om kan gaan als eindgebruiker.



Asbestattest Gemene Delen

Op 19 januari 2024 werd het voorontwerp verzameldecreet met diverse bepalingen rond omgeving, leefmilieu en natuur, en ruimtelijke ordening principieel goedgekeurd, waaronder een voorstel met betrekking tot het asbestattest voor gemeenschappelijke delen. De Raad van State formuleert nog een advies; nadien behandelen de Vlaamse Regering en het Vlaams Parlement dit voorontwerp.

Dit voorstel vervroegt de verplichting om over een asbestattest te beschikken voor alle mede-eigendommen naar 1 januari 2027 in plaats van 1 januari 2032. De verplichting om een asbestattest te hebben bij overdracht van de gemeenschappelijke delen tegen 1 mei 2025 wordt geïntegreerd in deze mijlpaal 1 januari 2027: vanaf dan moet bij de overdracht van een privaat deel ook een kopie van het asbestattest gemene delen beschikbaar zijn. Indien er bij een overdracht voor 1 januari 2027 al een asbestattest gemene delen voorhanden is, dan moet dit wel al verplicht meegedeeld worden aan de kandidaat-verwerver.

Uiteraard allemaal onder voorbehoud van definitieve goedkeuring door de Vlaamse regering en het Vlaams Parlement en publicatie in het Belgisch Staatsblad.


Lees er hier meer over

Nieuwe Regelgeving: Onbeperkte Geldigheid van Asbestattesten

In het recente nieuws wordt aangekondigd dat de geldigheidsduur van asbestattesten wordt aangepast, waardoor ze niet langer als verlopen beschouwd worden. Dit initiatief, goedgekeurd door de Vlaamse Regering, treedt in werking na publicatie in het Belgisch Staatsblad. Voorheen waren asbestattesten tien jaar geldig, maar met de nieuwe regelgeving worden attesten waarbij geen asbestmaterialen zijn aangetroffen onbeperkt geldig.

Deze wijziging komt voort uit de herziening van VLAREMA 9 (Artikel 86), waarmee de Vlaamse Regering reageert op de logische inconsistentie dat een asbestattest tien jaar geldig bleef, zelfs als er geen asbest aanwezig was. Vanaf nu is een attest met de conclusie '0 asbestmaterialen' permanent geldig.

Het is echter belangrijk om te benadrukken dat een asbestattest niet alleen naar de woning kijkt, maar ook naar het hele terrein. Als bijvoorbeeld de woning zelf geen asbest bevat, maar er zijn wel asbestmaterialen aanwezig in bijgebouwen of de omheining, dan geldt nog steeds een beperkte geldigheidstermijn.

Bovendien betekent het niet vinden van asbest bij een standaardtest niet dat er helemaal geen asbest aanwezig kan zijn, vooral als het gaat om ingesloten asbest. Daarom kan een aanvullend onderzoek door een asbestdeskundige nodig zijn, vooral voorafgaand aan bouwwerkzaamheden.

Voor eigenaren van gebouwen gebouwd vóór 2001 geldt een deadline tot 2032 om over een geldig asbestattest te beschikken, zelfs als de geldigheidsduur is verstreken. Deze nieuwe regelgeving biedt niet alleen duidelijkheid, maar ook een veiligheidsmechanisme voor huizenkopers en eigenaren.


Lees Meer

Het Asbestattest

Vanaf 23 november 2022 is het wettelijk verplicht om een asbestattest te hebben bij de verkoop van oudere panden, en tegen 2032 moet elke eigenaar van een dergelijk gebouw in het bezit zijn van dit attest. Ook bij verhuur is het van belang dat de eigenaar een kopie van het asbestattest (indien reeds aanwezig) aan de nieuwe huurders verstrekt.

Dit attest maakt deel uit van het bredere asbestafbouwbeleid van Vlaanderen, dat tot doel heeft om tegen 2040 een asbestveilige omgeving te realiseren. Door een inventarisatie van alle gebouwen gebouwd voor 2001 uit te voeren en risicovolle asbesttoepassingen op te sporen en te verwijderen, wil de Vlaamse regering de gezondheid en veiligheid van haar inwoners waarborgen.

Voor gebouwen die na 2000 zijn gebouwd, is het gebruik van asbesthoudende materialen al verboden. Desondanks kunnen twijfels ontstaan over bepaalde materialen, en in dat geval biedt het postinterventiedossier alle nodige informatie. Dit dossier is verplicht voor gebouwen die na 1 mei 2001 zijn gebouwd of verbouwd.

Maar wat houdt het asbestattest precies in? Het is het resultaat van een grondige inventarisatie door een gecertificeerde asbestdeskundige. Het bevat gedetailleerde informatie over de aanwezigheid en staat van asbest in het gebouw, evenals advies over hoe hiermee om te gaan. Dit stelt eigenaren in staat om hun gebouwen veilig te beheren of asbest veilig te laten verwijderen.

Belangrijk om te weten is dat de standaard inventarisatie niet-destructief is. Dit betekent dat er geen schade wordt toegebracht aan de structuur van het gebouw. Bij aanvullend onderzoek voor (renovatie)werken kan echter wel destructief onderzoek nodig zijn. Een laboratoriumanalyse biedt uiteindelijk definitieve zekerheid over de aanwezigheid van asbest.

Kortom, het asbestattest is een cruciaal instrument om de aanwezigheid van asbest te identificeren en om stappen te ondernemen voor een veilige leefomgeving.


Vraag hier uw attest aan

Actieplan Asbestafbouw - Asbestveilig Vlaanderen 2040

In een streven naar een veiligere leefomgeving kondigt de Vlaamse regering een ambitieus asbestafbouwbeleid aan, met als doel een asbestveilig Vlaanderen te realiseren tegen 2040.

Nieuwe inzichten: aanwezigheid = risico

Recent onderzoek onderstreept dat zelfs de aanwezigheid van hechtgebonden of niet-hechtgebonden asbest in een gebouw een potentieel risico vormt voor het milieu. Na verloop van tijd verzwakt het bindmiddel dat de schadelijke asbestvezels insluit, waardoor de vezels vrijkomen en in de omgeving terechtkomen. De verslechtering van asbesttoepassingen maakt beheer en verwijdering steeds complexer, met toenemende maatschappelijke kosten tot gevolg.

Asbest massaal aanwezig in Vlaanderen

Tot het verbod op asbestgebruik in 1998 en 2001 werd ingevoerd, werd asbest decennialang verwerkt in diverse toepassingen. In Vlaanderen bevatten gebouwen en infrastructuur van vóór 2001 naar schatting 2,3 miljoen ton asbesthoudende materialen. Dit omvat ruim 2,8 miljoen woningen, 354.000 niet-residentiële gebouwen en 40.000 kilometer aan nutsleidingen. Het risico op asbest in woningen, appartementen of scholen is dus aanzienlijk hoog, tenzij er uitgebreide renovaties hebben plaatsgevonden.

Het actieplan asbestafbouw - Asbestveilig Vlaanderen 2040

In 2018 heeft de Vlaamse regering het Actieplan asbestafbouw geïntroduceerd, gericht op het realiseren van een asbestveilig Vlaanderen tegen 2040. Dit plan omvat twee hoofdpeilers: asbestinventarisatie en asbestverwijdering, met verschillende maatregelen om risicovolle asbesttoepassingen versneld uit gebouwen te verwijderen. Enkel asbesttoepassingen in goede staat mogen nog aanwezig zijn, terwijl risicovol asbest veilig moet worden verwijderd en opgeslagen.

Asbestveilig versus asbestvrij

Hoewel het doel van een 'asbestvrij Vlaanderen' theoretisch onhaalbaar is vanwege de aanwezigheid van asbest in ondergrondse toepassingen, is de keuze gemaakt om te streven naar een 'asbestveilig' Vlaanderen tegen 2040. Dit impliceert dat 90% van alle asbestpassieve toepassingen in Vlaanderen verwijderd moet worden, terwijl het land niet volledig opengebroken hoeft te worden, wat enorme mobiliteitsproblemen zou veroorzaken.

Asbestbeleid geïntegreerd in andere beleidsdomeinen

Het streven naar een asbestveilig Vlaanderen vormt een integraal onderdeel van een breder beleid, waaronder klimaatmaatregelen, circulaire bouwpraktijken, ruimtelijke ordening en de basiswoonkwaliteit. De verwijdering van risicovolle asbesttoepassingen draagt bij aan energie-efficiëntie, circulaire bouwpraktijken en het creëren van nieuwe ruimte, terwijl het tevens essentieel is voor een veilige woonomgeving.